De klokken

We leren van verlangen leven.
We leren ze lezen, de tijd.
Heb altijd vreemde talen gesproken.
De klokken in deze stad staan niet gelijk.

Brussel boert goed,
maar ik eet hier niet graag,
ongastvrij mijn maag
en mijn keuken.

Noem het geen honger.
Noem het niet.
Bouw er muren omheen
en leer er Frans op schrijven.

Leef van wat je niet kan betalen.
Van je talen.
Net als je moeder
die hardnekkig blijft leven.

Daar is een woord voor.

Dat wat we zochten

Dat wat we zochten
achter taal lag-
we wisten het eens,
maar vergaten het weer
en spraken erover
tot diep in de nacht.

En dat er 's winters kunstlicht brandde-
het liet ons koud,
onvolmaakt en naakt
achter.

Of:
ZIe je die barst in mijn raam?
Een wanhopige merel vloog er tegenaan,
brak zijn nek en stortte 
drie verdiepen naar beneden.